Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/99196480.webp
pastatyti
Automobiliai yra pastatyti požemio garaže.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/98060831.webp
išleisti
Leidykla išleidžia šiuos žurnalus.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/115373990.webp
pasirodyti
Vandenyje staiga pasirodė didelis žuvis.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/106608640.webp
naudoti
Net maži vaikai naudoja planšetinius kompiuterius.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/34979195.webp
susiburti
Gražu, kai du žmonės susirenka.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/57481685.webp
pakartoti metus
Studentas pakartojo metus.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/119188213.webp
balsuoti
Rinkėjai šiandien balsuoja dėl savo ateities.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
cms/verbs-webp/33688289.webp
įleisti
Niekada negalima įleisti nepažįstamųjų.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/104759694.webp
tikėtis
Daugelis tikisi geresnės ateities Europoje.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/63457415.webp
supaprastinti
Vaikams reikia supaprastinti sudėtingus dalykus.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/118483894.webp
mėgautis
Ji mėgaujasi gyvenimu.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/99725221.webp
meluoti
Kartais reikia meluoti avarinėje situacijoje.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.