Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

לתת
האבא רוצה לתת לבנו קצת כסף נוסף.
ltt
haba rvtsh ltt lbnv qtst ksp nvsp.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

לקבל
אני יכול לקבל אינטרנט מהיר מאוד.
lqbl
any ykvl lqbl ayntrnt mhyr mavd.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.

דורשת
הנכדה שלי דורשת הרבה ממני.
dvrsht
hnkdh shly dvrsht hrbh mmny.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

לפתוח
הילד פותח את המתנה שלו.
lptvh
hyld pvth at hmtnh shlv.
openen
Het kind opent zijn cadeau.

רשמה
היא רוצה לרשום את רעיונה לעסק.
rshmh
hya rvtsh lrshvm at r’eyvnh l’esq.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

מענה
התלמידה מענה על השאלה.
m’enh
htlmydh m’enh ’el hshalh.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.

לפספס
האיש פספס את הרכבת שלו.
lpsps
haysh psps at hrkbt shlv.
missen
De man heeft zijn trein gemist.

להפנות
הם מפנים אחד לשני.
lhpnvt
hm mpnym ahd lshny.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

להעכיר
בקרוב נצטרך להעכיר את השעון שוב.
lh’ekyr
bqrvb ntstrk lh’ekyr at hsh’evn shvb.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.

הרוג
אני אהרוג את הזבוב!
hrvg
any ahrvg at hzbvb!
doden
Ik zal de vlieg doden!

לפרסם
פרסומות מתפרסמות לעיתים קרובות בעיתונות.
lprsm
prsvmvt mtprsmvt l’eytym qrvbvt b’eytvnvt.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
