Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/125376841.webp
ogledati si
Na počitnicah sem si ogledal veliko znamenitosti.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/125116470.webp
zaupati
Vsi si zaupamo.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/8451970.webp
razpravljati
Sodelavci razpravljajo o problemu.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/122224023.webp
prestaviti
Kmalu bomo morali spet prestaviti uro nazaj.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
cms/verbs-webp/96710497.webp
preseči
Kiti presegajo vse živali po teži.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/28581084.webp
viseti dol
S strehe visijo ledenice.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/79201834.webp
povezati
Ta most povezuje dve soseski.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/34979195.webp
združiti se
Lepo je, ko se dve osebi združita.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/96531863.webp
preiti
Lahko mačka preide skozi to luknjo?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/55372178.webp
napredovati
Polži napredujejo počasi.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorirati
Otrok ignorira besede svoje matere.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/120200094.webp
mešati
Lahko zmešate zdravo solato z zelenjavo.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.