Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans
감사하다
너무 감사합니다!
gamsahada
neomu gamsahabnida!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
쓰다
그는 편지를 쓰고 있다.
sseuda
geuneun pyeonjileul sseugo issda.
schrijven
Hij schrijft een brief.
도망치다
우리 아들은 집에서 도망치려 했다.
domangchida
uli adeul-eun jib-eseo domangchilyeo haessda.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
이해하다
컴퓨터에 대해 모든 것을 이해할 수는 없다.
ihaehada
keompyuteoe daehae modeun geos-eul ihaehal suneun eobsda.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
멈추다
빨간 불에서는 반드시 멈춰야 한다.
meomchuda
ppalgan bul-eseoneun bandeusi meomchwoya handa.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
익숙해지다
아이들은 치아를 닦는 것에 익숙해져야 한다.
igsughaejida
aideul-eun chialeul dakkneun geos-e igsughaejyeoya handa.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
말하다
누군가 그와 말해야 한다; 그는 너무 외로워한다.
malhada
nugunga geuwa malhaeya handa; geuneun neomu oelowohanda.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
받다
그는 늙어서 좋은 연금을 받는다.
badda
geuneun neulg-eoseo joh-eun yeongeum-eul badneunda.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
감염되다
그녀는 바이러스에 감염되었다.
gam-yeomdoeda
geunyeoneun baileoseue gam-yeomdoeeossda.
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
극복하다
운동선수들은 폭포를 극복한다.
geugboghada
undongseonsudeul-eun pogpoleul geugboghanda.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
감히하다
그들은 비행기에서 뛰어내리기 감히했다.
gamhihada
geudeul-eun bihaeng-gieseo ttwieonaeligi gamhihaessda.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.