Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/102304863.webp
ausschlagen
Vorsicht, das Pferd kann ausschlagen!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/122707548.webp
stehen
Der Bergsteiger steht auf dem Gipfel.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/101765009.webp
mitgehen
Der Hund geht mit ihnen mit.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/99392849.webp
entfernen
Wie kann man einen Rotweinfleck entfernen?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/38753106.webp
sprechen
Im Kino sollte man nicht zu laut sprechen.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/32180347.webp
auseinandernehmen
Unser Sohn nimmt alles auseinander!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestieren
Die Menschen protestieren gegen Ungerechtigkeit.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/123237946.webp
passieren
Hier ist ein Unfall passiert.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/129203514.webp
plaudern
Er plaudert oft mit seinem Nachbarn.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
cms/verbs-webp/45022787.webp
totschlagen
Ich werde die Fliege totschlagen!
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/1502512.webp
lesen
Ohne Brille kann ich nicht lesen.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/40094762.webp
wecken
Der Wecker weckt sie um 10 Uhr.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.