Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

מצאנו
מצאנו לינה במלון זול.
mtsanv
mtsanv lynh bmlvn zvl.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.

מכילים
דגים, גבינה וחלב מכילים הרבה חלבון.
mkylym
dgym, gbynh vhlb mkylym hrbh hlbvn.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

לשוחח
התלמידים לא אמורים לשוחח בזמן השיעור.
lshvhh
htlmydym la amvrym lshvhh bzmn hshy’evr.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

בוער
אש בוערת במסוך.
bv’er
ash bv’ert bmsvk.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.

נכנסת
הספינה נכנסת לנמל.
nknst
hspynh nknst lnml.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

יודע
הילדים סקרניים מאוד וכבר יודעים הרבה.
yvd’e
hyldym sqrnyym mavd vkbr yvd’eym hrbh.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

יודע
היא יודעת הרבה ספרים כמעט על פי פה.
yvd’e
hya yvd’et hrbh sprym km’et ’el py ph.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.

להאמין
אנו כולנו מאמינים זה לזה.
lhamyn
anv kvlnv mamynym zh lzh.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

הגענו
איך הגענו למצב הזה?
hg’env
ayk hg’env lmtsb hzh?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?

הלך
הוא אוהב להלך ביער.
hlk
hva avhb lhlk by’er.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.

להעכיר
בקרוב נצטרך להעכיר את השעון שוב.
lh’ekyr
bqrvb ntstrk lh’ekyr at hsh’evn shvb.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
