Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans
xutar
A ells els agrada xutar, però només en el futbolí.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
protegir
Cal protegir els nens.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
escoltar
No puc escoltar-te!
horen
Ik kan je niet horen!
esmentar
El cap va esmentar que el despatxaria.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
repetir
Pots repetir-ho, si us plau?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
fugir
El nostre gat va fugir.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
penjar
L’hamaca penga del sostre.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
pensar
Ella sempre ha de pensar en ell.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
omitir
Pots omitir el sucre al te.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
netejar
Ella neteja la cuina.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
succeir
Li va succeir alguna cosa en l’accident laboral?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?