Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

parlar malament
Els companys de classe parlen malament d’ella.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

enviar
T’estic enviant una carta.
sturen
Ik stuur je een brief.

hauria
S’hauria de beure molta aigua.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.

fugir
El nostre gat va fugir.
weglopen
Onze kat is weggelopen.

despertar
El despertador la desperta a les 10 del matí.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

intervenir
Qui sap alguna cosa pot intervenir a classe.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.

saltar per sobre
L’atleta ha de saltar per sobre de l’obstacle.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

esmorzar
Preferim esmorzar al llit.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

vendre
Els comerciants estan venent molts productes.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

deixar sense paraules
La sorpresa la deixa sense paraules.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

tornar
La mestra torna els assaigs als estudiants.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
