Vocabulari

Aprèn verbs – neerlandès

cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
canviar
El mecànic està canviant els neumàtics.
cms/verbs-webp/122010524.webp
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
emprendre
He emprès molts viatges.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
pertànyer
La meva dona em pertany.
cms/verbs-webp/120015763.webp
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
voler sortir
El nen vol sortir fora.
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
espantar
Un cigne n’espanta un altre.
cms/verbs-webp/123298240.webp
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
trobar-se
Els amics es van trobar per un sopar compartit.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
nevar
Avui ha nevat molt.
cms/verbs-webp/113671812.webp
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
compartir
Hem d’aprendre a compartir la nostra riquesa.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
entrar
El metro acaba d’entrar a l’estació.
cms/verbs-webp/5161747.webp
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
treure
L’excavadora està treient la terra.
cms/verbs-webp/97188237.webp
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
ballar
Estan ballant un tango enamorats.
cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
moure’s
És saludable moure’s molt.