‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/104825562.webp
instellen
Je moet de klok instellen.
حدد
عليك تحديد الساعة.
cms/verbs-webp/94482705.webp
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
ترجم
يمكنه الترجمة بين ست لغات.
cms/verbs-webp/105785525.webp
op handen zijn
Een ramp is op handen.
كان وشيكًا
الكارثة وشيكة.
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
أضاف
أضافت بعض الحليب إلى القهوة.
cms/verbs-webp/105623533.webp
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
يجدر
يجدر بالشخص أن يشرب الكثير من الماء.
cms/verbs-webp/49585460.webp
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
وصلنا
كيف وصلنا إلى هذا الوضع؟
cms/verbs-webp/28642538.webp
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
ترك واقفًا
اليوم الكثير يجب عليهم ترك سياراتهم واقفة.
cms/verbs-webp/87994643.webp
wandelen
De groep wandelde over een brug.
سار
سارت المجموعة عبر الجسر.
cms/verbs-webp/47062117.webp
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
تعيش
يجب عليها أن تعيش بقليل من المال.
cms/verbs-webp/67232565.webp
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
وافق
الجيران لم يتفقوا على اللون.
cms/verbs-webp/77738043.webp
beginnen
De soldaten beginnen.
بدأ
الجنود يبدأون.
cms/verbs-webp/115224969.webp
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
أغفر له
أغفر له ديونه.