‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/104302586.webp
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.
حصلت
حصلت على الباقي.
cms/verbs-webp/118008920.webp
beginnen
School begint net voor de kinderen.
بدأ
المدرسة تبدأ للأطفال الآن.
cms/verbs-webp/123546660.webp
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
يفحص
الميكانيكي يفحص وظائف السيارة.
cms/verbs-webp/89869215.webp
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
يحبون الركل
يحبون الركل، ولكن فقط في كرة القدم المائدة.
cms/verbs-webp/53064913.webp
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
تغلق
هي تغلق الستائر.
cms/verbs-webp/73649332.webp
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
صرخ
إذا أردت أن يُسمع صوتك، عليك أن تصرخ رسالتك بصوت عالٍ.
cms/verbs-webp/28642538.webp
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
ترك واقفًا
اليوم الكثير يجب عليهم ترك سياراتهم واقفة.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
تم مراقبة
كل شيء هنا يتم مراقبته بواسطة الكاميرات.
cms/verbs-webp/101709371.webp
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
يمكن إنتاج
يمكن إنتاج بشكل أرخص باستخدام الروبوتات.
cms/verbs-webp/113253386.webp
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
نجح
لم ينجح الأمر هذه المرة.
cms/verbs-webp/79046155.webp
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
يكرر
هل يمكنك تكرير ذلك من فضلك؟
cms/verbs-webp/123203853.webp
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
يسبب
الكحول يمكن أن يسبب صداعًا.