المفردات
تعلم الأفعال – الهولندية

onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
نؤيد
نحن نؤيد فكرتك بسرور.

zingen
De kinderen zingen een lied.
غنى
الأطفال يغنون أغنية.

ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
يتلقى
أستطيع الحصول على إنترنت سريع جدًا.

kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
يختار
من الصعب اختيار الشخص المناسب.

omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
استدار
يجب أن تدير السيارة هنا.

schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
تنظف
هي تنظف المطبخ.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.
أصبح أعمى
الرجل الذي لديه الشارات أصبح أعمى.

wachten
We moeten nog een maand wachten.
انتظر
لا يزال علينا الانتظار لشهر.

gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
استخدم
تستخدم المستحضرات التجميلية يوميًا.

verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
تثري
البهارات تثري طعامنا.

ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
أقالني
رئيسي قد أقالني.
