Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/75508285.webp
esperar ansiosamente
As crianças sempre esperam ansiosamente pela neve.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/127620690.webp
tributar
As empresas são tributadas de várias maneiras.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/89636007.webp
assinar
Ele assinou o contrato.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/68841225.webp
entender
Eu não consigo te entender!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/40946954.webp
ordenar
Ele gosta de ordenar seus selos.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/61389443.webp
deitar
As crianças estão deitadas juntas na grama.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/22225381.webp
partir
O navio parte do porto.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
cms/verbs-webp/75487437.webp
liderar
O caminhante mais experiente sempre lidera.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/100011930.webp
contar
Ela conta um segredo para ela.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publicar
O editor publicou muitos livros.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/80332176.webp
sublinhar
Ele sublinhou sua afirmação.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/90643537.webp
cantar
As crianças cantam uma música.
zingen
De kinderen zingen een lied.