Woordenlijst
Leer bijwoorden – Portugees (PT)

em cima
Ele sobe no telhado e senta-se em cima.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

mas
A casa é pequena, mas romântica.
maar
Het huis is klein maar romantisch.

novamente
Ele escreve tudo novamente.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

sempre
Aqui sempre existiu um lago.
altijd
Hier was altijd een meer.

em algum lugar
Um coelho se escondeu em algum lugar.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

muito
A criança está muito faminta.
erg
Het kind is erg hongerig.

mais
Crianças mais velhas recebem mais mesada.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

por exemplo
Como você gosta dessa cor, por exemplo?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

o suficiente
Ela quer dormir e já teve o suficiente do barulho.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

agora
Devo ligar para ele agora?
nu
Moet ik hem nu bellen?

em breve
Um edifício comercial será inaugurado aqui em breve.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
