Woordenlijst

Leer bijwoorden – Italiaans

cms/adverbs-webp/23025866.webp
tutto il giorno
La madre deve lavorare tutto il giorno.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
di nuovo
Si sono incontrati di nuovo.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
al mattino
Devo alzarmi presto al mattino.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
quasi
È quasi mezzanotte.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
mai
Non andare mai a letto con le scarpe!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/142768107.webp
mai
Non si dovrebbe mai arrendersi.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
a lungo
Ho dovuto aspettare a lungo nella sala d‘attesa.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
La meta è là.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
un po‘
Voglio un po‘ di più.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
abbastanza
Lei è abbastanza magra.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
presto
Un edificio commerciale verrà aperto qui presto.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
via
Lui porta via la preda.
weg
Hij draagt de prooi weg.