Woordenlijst
Leer bijwoorden – Italiaans

presto
Un edificio commerciale verrà aperto qui presto.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

quasi
Ho quasi colpito!
bijna
Ik raakte bijna!

più
I bambini più grandi ricevono più paghetta.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

al mattino
Devo alzarmi presto al mattino.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

domani
Nessuno sa cosa sarà domani.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

a lungo
Ho dovuto aspettare a lungo nella sala d‘attesa.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

mai
Non andare mai a letto con le scarpe!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!

abbastanza
Vuole dormire e ha avuto abbastanza del rumore.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

davvero
Posso davvero crederci?
echt
Kan ik dat echt geloven?

insieme
Impariamo insieme in un piccolo gruppo.
samen
We leren samen in een kleine groep.

perché
I bambini vogliono sapere perché tutto è come è.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
