Woordenlijst
Leer bijwoorden – Italiaans

ieri
Ha piovuto forte ieri.
gisteren
Het regende hard gisteren.

di nuovo
Si sono incontrati di nuovo.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.

stesso
Queste persone sono diverse, ma ugualmente ottimiste!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

di nuovo
Lui scrive tutto di nuovo.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

già
Lui è già addormentato.
al
Hij slaapt al.

a lungo
Ho dovuto aspettare a lungo nella sala d‘attesa.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

da nessuna parte
Questi binari non portano da nessuna parte.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

insieme
I due amano giocare insieme.
samen
De twee spelen graag samen.

sempre
Qui c‘è sempre stato un lago.
altijd
Hier was altijd een meer.

troppo
Ha sempre lavorato troppo.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

là
Vai là, poi chiedi di nuovo.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
