Woordenlijst
Leer bijwoorden – Sloveens

ves dan
Mati mora delati ves dan.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

dovolj
Hoče spati in ima dovolj hrupa.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

na
Pleza na streho in sedi na njej.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

tudi
Njena prijateljica je tudi pijana.
ook
Haar vriendin is ook dronken.

v
Ali gre noter ali ven?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

zakaj
Otroci želijo vedeti, zakaj je vse tako, kot je.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

pravilno
Beseda ni pravilno črkovana.
correct
Het woord is niet correct gespeld.

vse
Tukaj lahko vidite vse zastave sveta.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.

jutri
Nihče ne ve, kaj bo jutri.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

zelo
Otrok je zelo lačen.
erg
Het kind is erg hongerig.

skoraj
Rezervoar je skoraj prazen.
bijna
De tank is bijna leeg.
