Woordenlijst

Leer bijwoorden – Sloveens

cms/adverbs-webp/46438183.webp
prej
Bila je debelejša prej kot zdaj.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
že
On je že zaspal.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
spodaj
On leži spodaj na tleh.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
zelo
Otrok je zelo lačen.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
tam
Cilj je tam.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
tja
Pojdi tja, nato vprašaj znova.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
malo
Želim malo več.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nikamor
Te sledi ne vodijo nikamor.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
kadarkoli
Lahko nas pokličete kadarkoli.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
zastonj
Sončna energija je zastonj.
gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
na primer
Kako vam je všeč ta barva, na primer?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/96549817.webp
proč
Plen nosi proč.
weg
Hij draagt de prooi weg.