Woordenlijst
Leer bijwoorden – Catalaans

ja
La casa ja està venuda.
al
Het huis is al verkocht.

allà
Ves allà, després torna a preguntar.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

primer
La seguretat ve primer.
eerst
Veiligheid komt eerst.

però
La casa és petita però romàntica.
maar
Het huis is klein maar romantisch.

bastant
Ella és bastant prima.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.

una mica
Vull una mica més.
een beetje
Ik wil een beetje meer.

llarg
Vaig haver d‘esperar llarg temps a la sala d‘espera.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

al matí
He de llevar-me d‘hora al matí.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

avall
Ella salta avall a l‘aigua.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

mai
Has perdut mai tots els teus diners en accions?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?

alguna cosa
Veig alguna cosa interessant!
iets
Ik zie iets interessants!
