Woordenlijst
Leer bijwoorden – Engels (UK)

at least
The hairdresser did not cost much at least.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.

outside
We are eating outside today.
buiten
We eten vandaag buiten.

at night
The moon shines at night.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.

always
There was always a lake here.
altijd
Hier was altijd een meer.

often
Tornadoes are not often seen.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

again
They met again.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.

down
She jumps down into the water.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

there
The goal is there.
daar
Het doel is daar.

also
Her girlfriend is also drunk.
ook
Haar vriendin is ook dronken.

in
The two are coming in.
in
De twee komen binnen.

soon
A commercial building will be opened here soon.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
