Woordenlijst
Leer bijwoorden – Kroatisch

malo
Želim malo više.
een beetje
Ik wil een beetje meer.

sutra
Nitko ne zna što će biti sutra.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

negdje
Zec se negdje sakrio.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

noću
Mjesec svijetli noću.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.

uvijek
Ovdje je uvijek bilo jezero.
altijd
Hier was altijd een meer.

sada
Trebam li ga sada nazvati?
nu
Moet ik hem nu bellen?

tamo
Cilj je tamo.
daar
Het doel is daar.

prvo
Sigurnost dolazi prvo.
eerst
Veiligheid komt eerst.

zašto
Djeca žele znati zašto je sve kako jest.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

ali
Kuća je mala ali romantična.
maar
Het huis is klein maar romantisch.

previše
Uvijek je previše radio.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
