Woordenlijst

Leer bijwoorden – Zweeds

cms/adverbs-webp/38720387.webp
ner
Hon hoppar ner i vattnet.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
inte
Jag gillar inte kaktusen.
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
ensam
Jag njuter av kvällen helt ensam.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
för mycket
Arbetet blir för mycket för mig.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
precis
Hon vaknade precis.
net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
lika
Dessa människor är olika, men lika optimistiska!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
cms/adverbs-webp/22328185.webp
lite
Jag vill ha lite mer.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Ska jag ringa honom nu?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/178519196.webp
på morgonen
Jag måste stiga upp tidigt på morgonen.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Går han in eller ut?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/40230258.webp
för mycket
Han har alltid jobbat för mycket.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/132151989.webp
vänster
På vänster sida kan du se ett skepp.
links
Aan de linkerkant zie je een schip.