Woordenlijst

Leer bijwoorden – Ests

cms/adverbs-webp/96364122.webp
esiteks
Ohutus tuleb esiteks.
eerst
Veiligheid komt eerst.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
seal
Eesmärk on seal.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
samuti
Ta sõbranna on samuti purjus.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
päris
Ta on päris saledat kehaehitust.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
jälle
Ta kirjutab kõik jälle üles.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
alla
Ta kukub ülalt alla.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
piisavalt
Ta tahab magada ja on piisavalt müra saanud.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
sisse
Kas ta läheb sisse või välja?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/75164594.webp
tihti
Tornaadosid ei nähta tihti.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
sellel
Ta ronib katusele ja istub sellel.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
väga
Laps on väga näljane.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
alati
Siin on alati olnud järv.
altijd
Hier was altijd een meer.