Vocabulary
Learn Verbs – Dutch

investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
invest
What should we invest our money in?

uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cut out
The shapes need to be cut out.

doden
Ik zal de vlieg doden!
kill
I will kill the fly!

duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
push
The car stopped and had to be pushed.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
read
I can’t read without glasses.

verspillen
Energie mag niet verspild worden.
waste
Energy should not be wasted.

duwen
Ze duwen de man het water in.
push
They push the man into the water.

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
lie opposite
There is the castle - it lies right opposite!

dragen
De ezel draagt een zware last.
carry
The donkey carries a heavy load.

zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
be
You shouldn’t be sad!

eten
Wat willen we vandaag eten?
eat
What do we want to eat today?
