Vocabulary

Learn Adverbs – Dutch

cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
correct
The word is not spelled correctly.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
often
Tornadoes are not often seen.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
in the morning
I have a lot of stress at work in the morning.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
down
She jumps down into the water.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
almost
I almost hit!
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
all
Here you can see all flags of the world.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
outside
We are eating outside today.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
half
The glass is half empty.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
more
Older children receive more pocket money.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
down below
He is lying down on the floor.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
into
They jump into the water.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
alone
I am enjoying the evening all alone.