Vocabulary

Learn Adverbs – Dutch

cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
together
We learn together in a small group.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
all
Here you can see all flags of the world.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
almost
I almost hit!
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
there
Go there, then ask again.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
soon
A commercial building will be opened here soon.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
outside
We are eating outside today.
cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
left
On the left, you can see a ship.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
always
There was always a lake here.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
in
Is he going in or out?
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
long
I had to wait long in the waiting room.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
but
The house is small but romantic.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
correct
The word is not spelled correctly.