Besedni zaklad

Naučite se glagolov – nizozemščina

cms/verbs-webp/114993311.webp
zien
Je kunt beter zien met een bril.
videti
Z očali lahko bolje vidiš.
cms/verbs-webp/108556805.webp
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
pogledati dol
Iz okna sem lahko pogledal na plažo.
cms/verbs-webp/63645950.webp
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
teči
Vsako jutro teče po plaži.
cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
odpustiti
Moj šef me je odpustil.
cms/verbs-webp/78063066.webp
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
hraniti
Denar hranim v nočni omarici.
cms/verbs-webp/41918279.webp
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
zbežati
Naš sin je hotel zbežati od doma.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
nadzirati
Vse je tukaj nadzorovano s kamero.
cms/verbs-webp/42212679.webp
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
delati za
Trdo je delal za svoje dobre ocene.
cms/verbs-webp/130770778.webp
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
potovati
Rad potuje in je videl mnoge države.
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
prekriti
Otrok se prekrije.
cms/verbs-webp/122479015.webp
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
prilagoditi
Tkanina je prilagojena po meri.
cms/verbs-webp/105854154.webp
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
omejiti
Ograje omejujejo našo svobodo.