Besedni zaklad

Naučite se glagolov – nizozemščina

cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
pomeniti
Kaj pomeni ta grb na tleh?
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
obogatiti
Začimbe obogatijo našo hrano.
cms/verbs-webp/93393807.webp
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
zgoditi se
V sanjah se zgodijo čudne stvari.
cms/verbs-webp/111160283.webp
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
predstavljati si
Vsak dan si predstavlja nekaj novega.
cms/verbs-webp/68561700.webp
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
pustiti odprto
Kdor pusti okna odprta, vabi vlomilce!
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
parkirati
Kolesa so parkirana pred hišo.
cms/verbs-webp/123213401.webp
haten
De twee jongens haten elkaar.
sovražiti
Oba fanta se sovražita.
cms/verbs-webp/65199280.webp
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
teči za
Mama teče za svojim sinom.
cms/verbs-webp/120254624.webp
leiden
Hij leidt graag een team.
voditi
Rad vodi ekipo.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
roditi
Kmalu bo rodila.
cms/verbs-webp/57248153.webp
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
omeniti
Šef je omenil, da ga bo odpustil.
cms/verbs-webp/53646818.webp
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
spustiti noter
Sneg je padal zunaj in spustili smo jih noter.