Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/40094762.webp
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
wakker maak
Die wekker maak haar om 10 vm. wakker.
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
begin
’n Nuwe lewe begin met huwelik.
cms/verbs-webp/123546660.webp
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
kontroleer
Die werktuigkundige kontroleer die motor se funksies.
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
ry huis toe
Na inkopies doen, ry die twee huis toe.
cms/verbs-webp/120128475.webp
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
dink
Sy moet altyd aan hom dink.
cms/verbs-webp/75487437.webp
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
lei
Die mees ervare stapper lei altyd.
cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
verander
Die motorwerktuigkundige verander die bande.
cms/verbs-webp/110401854.webp
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
akkommodasie kry
Ons het akkommodasie in ’n goedkoop hotel gekry.
cms/verbs-webp/94193521.webp
draaien
Je mag naar links draaien.
draai
Jy mag links draai.
cms/verbs-webp/101945694.webp
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
uitslaap
Hulle wil eindelik een aand lank uitslaap.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
geboorte gee
Sy sal binnekort geboorte gee.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
belê
Waarin moet ons ons geld belê?