Woordeskat
Leer Werkwoorde – Nederlands

kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
kies
Dit is moeilik om die regte een te kies.

controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
kontroleer
Die tandarts kontroleer die pasiënt se tande.

binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
binnegaan
Die ondergrondse het nou die stasie binngegaan.

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
binnegaan
Die skip gaan die hawe binne.

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
handel
Mense handel in gebruikte meubels.

stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
stem
Die kiesers stem vandag oor hul toekoms.

vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
vergelyk
Hulle vergelyk hul syfers.

moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
moet gaan
Ek het dringend vakansie nodig; ek moet gaan!

betalen
Ze betaalde met een creditcard.
betaal
Sy het met ’n kredietkaart betaal.

binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
binnegaan
Hy gaan die hotelkamer binne.

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
buite die boks dink
Om suksesvol te wees, moet jy soms buite die boks dink.
