אוצר מילים
למד פעלים – הולנדית

wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
לפנות
הרבה בתים ישנים צריכים לפנות לבתים החדשים.

onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
מצאנו
מצאנו לינה במלון זול.

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
בודק
המכונאי בודק את פונקציות המכונית.

verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
מחוברים
כל המדינות בעולם מחוברות.

publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
לפרסם
פרסומות מתפרסמות לעיתים קרובות בעיתונות.

uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
מסביר
הסבא מסביר את העולם לנכדו.

gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
אירע
משהו רע אירע.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
הלך
אסור להלך בדרך הזו.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.
התעוור
האיש עם התגיות התעוור.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
ביטל
הוא לצערי ביטל את הפגישה.

terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
להתקשר
אנא התקשר אליי מחר.
