‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
הגיעה
המטוס הגיע בזמן.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
מנקה
העובד מנקה את החלון.
cms/verbs-webp/71260439.webp
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
כתב ל
הוא כתב לי בשבוע שעבר.
cms/verbs-webp/27564235.webp
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
עבד על
הוא צריך לעבוד על כל התיקים האלה.
cms/verbs-webp/117311654.webp
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
נושאים
הם נושאים את הילדים על הגבם.
cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
להקדיש תשומת לב
צריך להקדיש תשומת לב לשלטי התנועה.
cms/verbs-webp/65915168.webp
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
לרשרש
העלים רושרשים מתחת לרגליי.
cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
לשרוף
אתה לא צריך לשרוף כסף.
cms/verbs-webp/99725221.webp
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
לשקר
לפעמים צריך לשקר במצב חירום.
cms/verbs-webp/87153988.webp
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
לקדם
אנחנו צריכים לקדם אלטרנטיבות לתנועה הרכב.
cms/verbs-webp/115847180.webp
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
עוזרים
כולם עוזרים להקים את האוהל.
cms/verbs-webp/119895004.webp
schrijven
Hij schrijft een brief.
כותב
הוא כותב מכתב.