‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/15441410.webp
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
להביע את עצמך
היא רוצה להביע את עצמה לחברתה.
cms/verbs-webp/120624757.webp
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
הלך
הוא אוהב להלך ביער.
cms/verbs-webp/28581084.webp
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
תלוי
אגמונים תלויים מהגג.
cms/verbs-webp/118861770.webp
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
מפחד
הילד מפחד בחושך.
cms/verbs-webp/112444566.webp
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
לדבר אל
מישהו צריך לדבר איתו; הוא כל כך בודד.
cms/verbs-webp/116358232.webp
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
אירע
משהו רע אירע.
cms/verbs-webp/122398994.webp
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
להרוג
היזהר, אתה יכול להרוג מישהו עם הגרזן הזה!
cms/verbs-webp/90773403.webp
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
לעקוב
הכלב שלי עוקב אחרי כשאני רץ.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
מנקה
העובד מנקה את החלון.
cms/verbs-webp/102677982.webp
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
מרגישה
היא מרגישה את התינוק בבטן שלה.
cms/verbs-webp/33564476.webp
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
מוסיף
משלוח הפיצה מוסיף את הפיצה.
cms/verbs-webp/109542274.webp
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
לאפשר כניסה
האם כדאי לאפשר לפליטים להיכנס בגבולות?