אוצר מילים
למד פעלים – הולנדית
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
לבחור
קשה לבחור את הנכון.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
להציב בצד
אני רוצה להציב בצד כסף לאחר מכן כל חודש.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
קיבל
כרטיסי אשראי מתקבלים כאן.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
להבין
אחד לא יכול להבין הכל על מחשבים.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
להאמין
אנו כולנו מאמינים זה לזה.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
מתחיל
חיים חדשים מתחילים עם הנישואין.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
להתייחס
המורה מתייחסת לדוגמה על הלוח.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
מתאחדים
כיף כששני אנשים מתאחדים.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
להתקדם
השבלולים מתקדמים באיטיות בלבד.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
רשמה
היא רוצה לרשום את רעיונה לעסק.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
מקבל
ישנם אנשים שלא רוצים לקבל את האמת.