Woordeskat
Leer Bywoorde – Nederlands

uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
uit
Hy wil graag uit die tronk kom.

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
af
Sy spring af in die water.

buiten
We eten vandaag buiten.
buite
Ons eet buite vandag.

over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
oor
Sy wil die straat oorsteek met die scooter.

nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
nooit
Gaan nooit met skoene aan die bed in nie!

correct
Het woord is niet correct gespeld.
korrek
Die woord is nie korrek gespel nie.

half
Het glas is half leeg.
half
Die glas is half leeg.

binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
binnekort
‘n Kommersiële gebou sal hier binnekort geopen word.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
nêrens
Hierdie spore lei na nêrens.

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
te veel
Hy het altyd te veel gewerk.

in
Ze springen in het water.
in
Hulle spring in die water.
