Woordeskat

Leer Bywoorde – Nederlands

cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
in
Gaan hy in of uit?
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
hoekom
Kinders wil weet hoekom alles is soos dit is.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
byvoorbeeld
Hoe hou jy van hierdie kleur, byvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
môre
Niemand weet wat môre sal wees nie.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
maar
Die huis is klein maar romanties.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
altyd
Hier was altyd ‘n dam.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
iets
Ek sien iets interessants!
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
daarop
Hy klim op die dak en sit daarop.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
reeds
Hy is reeds aan die slaap.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
meer
Ouer kinders kry meer sakgeld.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
die hele dag
Die ma moet die hele dag werk.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
ook
Die hond mag ook aan die tafel sit.