Wortschatz

Adverbien lernen – Niederländisch

cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
eben
Sie ist eben wach geworden.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
dorthin
Gehen Sie dorthin, dann fragen Sie wieder.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
jemals
Hast du jemals alles Geld mit Aktien verloren?
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
beinahe
Ich hätte beinahe getroffen!
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
nahezu
Der Tank ist nahezu leer.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ook
Haar vriendin is ook dronken.
ebenfalls
Ihre Freundin ist ebenfalls betrunken.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
richtig
Das Wort ist nicht richtig geschrieben.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
nirgendwohin
Diese Schienen führen nirgendwohin.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
bisschen
Ich will ein bisschen mehr.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
zumindest
Der Friseur hat zumindest nicht viel gekostet.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
oft
Tornados sieht man nicht oft.