Wortschatz
Adverbien lernen – Niederländisch

net
Ze is net wakker geworden.
eben
Sie ist eben wach geworden.

daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
dorthin
Gehen Sie dorthin, dann fragen Sie wieder.

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
jemals
Hast du jemals alles Geld mit Aktien verloren?

bijna
Ik raakte bijna!
beinahe
Ich hätte beinahe getroffen!

bijna
De tank is bijna leeg.
nahezu
Der Tank ist nahezu leer.

ook
Haar vriendin is ook dronken.
ebenfalls
Ihre Freundin ist ebenfalls betrunken.

correct
Het woord is niet correct gespeld.
richtig
Das Wort ist nicht richtig geschrieben.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
nirgendwohin
Diese Schienen führen nirgendwohin.

meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.

een beetje
Ik wil een beetje meer.
bisschen
Ich will ein bisschen mehr.

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
zumindest
Der Friseur hat zumindest nicht viel gekostet.
