Besedni zaklad

Naučite se glagolov – nizozemščina

cms/verbs-webp/116610655.webp
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
graditi
Kdaj je bila zgrajena Kitajska velika zidovina?
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
srečati
Prvič sta se srečala na internetu.
cms/verbs-webp/41918279.webp
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
zbežati
Naš sin je hotel zbežati od doma.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
viseti
Oba visita na veji.
cms/verbs-webp/99169546.webp
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
gledati
Vsi gledajo v svoje telefone.
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
brcniti
Pazite, konj lahko brcne!
cms/verbs-webp/33463741.webp
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
odpreti
Mi lahko, prosim, odpreš to konzervo?
cms/verbs-webp/5161747.webp
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
odstraniti
Bager odstranjuje zemljo.
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
zgoditi se
Tukaj se je zgodila nesreča.
cms/verbs-webp/87205111.webp
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
prevzeti
Kobilice so prevzele oblast.
cms/verbs-webp/125400489.webp
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
zapustiti
Turisti opoldne zapustijo plažo.
cms/verbs-webp/74036127.webp
missen
De man heeft zijn trein gemist.
zamuditi
Možakar je zamudil svoj vlak.