Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/70055731.webp
tafi
Kaken tafiya ya tafi.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/109766229.webp
ji
Yana jin kanshi tare da kowa yana zama.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/859238.webp
aiki
Ta aiki sana‘a mai ban mamaki.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/122153910.webp
raba
Suka raba ayyukan gidan tsakaninsu.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/110045269.webp
kammala
Ya kammala hanyarsa na tsaye kowacce rana.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/118253410.webp
kashe
Ta kashe duk kuɗinta.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
cms/verbs-webp/80427816.webp
gyara
Malama ta gyara makalolin daliban.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/109099922.webp
tuna maki
Kwamfuta ya tuna maki da tarukan da ka kira.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/125319888.webp
rufe
Ta rufe gashinta.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/111792187.webp
zabi
Yana da wahala a zabe na gaskiya.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/109542274.webp
bari shiga
Lalle aka bar malaman su shiga a hanyoyi?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/84850955.webp
canza
Abubuwan da yawa sun canza saboda canji na yanayi.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.