Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/122010524.webp
dauki
Na dauki tafiye-tafiye da dama.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/87994643.webp
tafi
Ƙungiyar ta tafi waje a kan titi.
wandelen
De groep wandelde over een brug.
cms/verbs-webp/33564476.webp
kawo
Mai sauƙin abinci ya kawo abincin nan.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/61826744.webp
haɗa
Wa ya haɗa Duniya?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cms/verbs-webp/86196611.webp
kashe
Ba da dadewa, wasu dabbobi suna kashe da mota.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/68761504.webp
duba
Dokin yana duba hakorin ƙanen mari.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/102049516.webp
bar
Mutumin ya bar.
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/32180347.webp
cire
Danmu ya cire duk abin da yake samu!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/106608640.webp
amfani da
Har kan yara suna amfani da kwamfutoci.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/118588204.webp
jira
Ta ke jiran mota.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/111750395.webp
komo
Ba zai iya komo ba da kansa.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/88615590.webp
bayyana
Yaya za‘a bayyana launuka?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?