Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/106851532.webp
duba juna
Suka duba juna sosai.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/114593953.webp
hadu
Suka haduwa farko a yanar gizo.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/118567408.webp
tunani
Kowanne ka tunani yana da karfi?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/73751556.webp
addu‘a
Yana addu‘a cikin ƙarƙashi.
bidden
Hij bidt in stilte.
cms/verbs-webp/96710497.webp
fi
Kujeru suka fi dukkan dabbobi a nauyi.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/33564476.webp
kawo
Mai sauƙin abinci ya kawo abincin nan.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/100011426.webp
bai wa
Kada ka bai wa wani abin daidai ba!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/67880049.webp
bar
Ba za ka iya barin murfin!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/94193521.webp
juya
Za ka iya juyawa hagu.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/103163608.webp
ƙidaya
Ta ƙidaya kuɗin.
tellen
Ze telt de munten.
cms/verbs-webp/97784592.webp
ɗauka
Aka ɗauki hankali kan alamar hanyoyi.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
cms/verbs-webp/81973029.webp
fara
Zasu fara rikon su.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.