Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/120193381.webp
aure
Ma‘auna sun yi aure yanzu.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/101556029.webp
ki
Yaron ya ki abinci.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/66441956.webp
rubuta
Kana buƙata a rubuta kalmar sirri!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/57248153.webp
gaya
Maigida ya gaya cewa zai sa shi fita.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/121264910.webp
yanka
Don salata, akwai buƙatar a yanka tikitin.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/105623533.webp
kamata
Ya kamata mutum ya sha ruwa da yawa.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/8451970.webp
magana
Abokan aiki suna magana akan matsalar.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/33493362.webp
kira
Don Allah kira ni gobe.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
cms/verbs-webp/106682030.webp
samu kuma
Ban samu paspota na bayan muna koma ba.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
cms/verbs-webp/94193521.webp
juya
Za ka iya juyawa hagu.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/121180353.webp
rasa
Jira, ka rasa aljihunka!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/42212679.webp
aiki don
Ya yi aiki sosai don ya sami darajarta mai kyau.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.