Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/99196480.webp
ajiye
Motoci suke ajiye a kasa cikin ɓar gidan.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/98561398.webp
hada
Makarfan yana hada launuka.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/95655547.webp
bari gabaki
Babu wanda ya so ya bari shi gabaki a filin sayarwa na supermarket.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/130814457.webp
kara
Ta kara madara ga kofin.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/88597759.webp
ɗanna
Yana ɗanna bututuka.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/41935716.webp
rasa hanyar
Ya sauki ne a rasa hanyar a cikin ƙungiya.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/32312845.webp
bar
Ƙungiyar ta bar shi.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/74693823.webp
bukata
Ka bukata jaki domin canja teƙun.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
cms/verbs-webp/132030267.webp
ci
Ta ci fatar keke.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/113418367.webp
zaba
Ba ta iya zaba wane takalma za ta saka ba.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/53064913.webp
rufe
Ta rufe tirin.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
cms/verbs-webp/47969540.webp
mace
Mutumin da ke da alama ya mace.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.