Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/35862456.webp
fara
Rayuwa mai sabo ta fara da aure.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/108218979.webp
wuce
Ya kamata ya wuce nan.
moeten
Hij moet hier uitstappen.
cms/verbs-webp/81740345.webp
tsara
Kana bukatar tsara muhimman abubuwan daga wannan rubutu.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/62175833.webp
gano
Jiragen sama sun gano kasar sabo.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/115373990.webp
bayyana
Kifi mai girma ya bayyana cikin ruwa ga gaɓa.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/125385560.webp
wanke
Uwa ta wanke yaranta.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/89084239.webp
rage
Lallai ina bukatar rage kudin da nake bada wa silil.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/51465029.webp
gudu
Agogo ta gudu dakika dayawa.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/89869215.webp
raka
Suna son raka, amma kawai a wasan tebur-bolo.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/1422019.webp
sake fada
Bakin makugin na iya sake fadan sunana.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/74916079.webp
zo
Ya zo kacal.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
cms/verbs-webp/130288167.webp
goge
Ta goge daki.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.