Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/73751556.webp
addu‘a
Yana addu‘a cikin ƙarƙashi.
bidden
Hij bidt in stilte.
cms/verbs-webp/105238413.webp
rufe
Zaka iya rufe kuɗi akan zafin sanyi.
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
cms/verbs-webp/99769691.webp
wuce
Motar jirgin ya na wuce a kusa da mu.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/115373990.webp
bayyana
Kifi mai girma ya bayyana cikin ruwa ga gaɓa.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/123844560.webp
kare
Helmeci zai kare ka daga hatsari.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/111750395.webp
komo
Ba zai iya komo ba da kansa.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/74009623.webp
gwajin
Motar ana gwajinta a gida noma.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/93169145.webp
magana
Ya yi magana ga taron.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/118868318.webp
so
Ta fi so cokali fiye da takalma.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/100011930.webp
gaya
Ta gaya mata asiri.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/119613462.webp
jira
Yaya ta na jira ɗa.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/89084239.webp
rage
Lallai ina bukatar rage kudin da nake bada wa silil.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.