Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/128159501.webp
hada
Akwai buƙatar a hada ingrediyoyin daban-daban.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/64053926.webp
maida
Wasan daga bisani sun maida ruwan tsuntsaye.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/115373990.webp
bayyana
Kifi mai girma ya bayyana cikin ruwa ga gaɓa.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/108014576.webp
gani
Sun gani juna kuma bayan lokaci.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/15353268.webp
mika
Ta mika lemon.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
cms/verbs-webp/80552159.webp
aiki
Okada ya kasa; ba ya aiki yanzu ba.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/70864457.webp
kawo
Mutum mai kawo ya kawo abincin.
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/58993404.webp
komo gida
Ya komo gida bayan aikinsa.
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
cms/verbs-webp/50772718.webp
fasa
An fasa dogon hukunci.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/129403875.webp
kara
Karar kunnuwa ta kara kowace rana.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/79322446.webp
nuna
Ya nuna matar sabuwar shi ga iyayensa.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/88597759.webp
ɗanna
Yana ɗanna bututuka.
drukken
Hij drukt op de knop.