Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/104825562.webp
sanya
Dole ne ka sanya agogo.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/120282615.webp
dauka
A ina za mu dauka kuɗin mu?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/118826642.webp
bayan
Ƙawo yana bayanin duniya ga ɗan‘uwansa.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/58993404.webp
komo gida
Ya komo gida bayan aikinsa.
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
cms/verbs-webp/113253386.webp
gama
Ba ta gama wannan lokacin ba.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
cms/verbs-webp/5135607.webp
fita
Makotinmu suka fita.
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/94193521.webp
juya
Za ka iya juyawa hagu.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/58883525.webp
shiga
Ku shiga!
binnenkomen
Kom binnen!
cms/verbs-webp/129244598.webp
maida
A lokacin azurfa, akwai buƙatar a maida abincin da ake ci.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/124545057.webp
saurari
Yara suna son su sauraro labarinta.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/61389443.webp
kwance
Yaran sun kwance tare a cikin ciɗa.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/8482344.webp
sumbata
Ya sumbata yaron.
kussen
Hij kust de baby.