Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/128782889.webp
mamaki
Ta mamaki lokacin da ta sami labarin.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
cms/verbs-webp/112407953.webp
saurari
Ta saurari kuma ta ji sanyi.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/105934977.webp
haɗa
Mu ke haɗa lantarki da iska da rana.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/109157162.webp
sauƙaƙe
Shi yana yi da sauki wajen yawo akan ruwa.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/40946954.webp
raba
Yana son ya raba tarihin.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/106622465.webp
zauna
Ta zauna kusa da teku a lokacin dare.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
cms/verbs-webp/124053323.webp
aika
Ya aika wasiƙa.
sturen
Hij stuurt een brief.
cms/verbs-webp/55372178.webp
ci gaba
Kusu suna cewa hanya ta ci gaba ne sosai.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/118868318.webp
so
Ta fi so cokali fiye da takalma.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/85860114.webp
tafi mafi
Ba za ka iya tafi mafi a wannan mukamin ba.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/129403875.webp
kara
Karar kunnuwa ta kara kowace rana.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/87317037.webp
wasa
Yaron yana son wasa da kansa.
spelen
Het kind speelt liever alleen.