Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/73649332.webp
kira
Idan kakeso aka ji ku, dole ne ka kirawa sakonka da ƙarfi.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/120086715.webp
kammala
Za ka iya kammala wannan hada-hada?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/115520617.webp
kashe
Wani yanmaicin ya kashe da mota.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/108520089.webp
ƙunshi
Kifi, wara da madara suna ƙunshi maniyyi sosai.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/108295710.webp
rubuta
Yaran suna koyon yadda ake rubuta.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/108118259.webp
manta
Ta manta sunan sa yanzu.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
cms/verbs-webp/90643537.webp
rera
Yaran suna rera waka.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/93393807.webp
faru
Abubuwa da ba a sani ba ke faruwa a cikin barayi.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/132125626.webp
ƙona
Ta kuma ƙona yarinta don ta ci.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/95470808.webp
shiga
Ku shiga!
binnenkomen
Kom binnen!
cms/verbs-webp/98060831.webp
fitar
Mai girki ya fitar da wadannan majalloli.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/60395424.webp
tsalle
Yaron ya tsalle da farin ciki.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.