Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/80060417.webp
fita
Ta fita da motarta.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/106515783.webp
bada komai
Iska ta bada komai gidajen da dama.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
cms/verbs-webp/112970425.webp
damu
Ta damu saboda yana korar yana.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/63868016.webp
dawo
Kare ya dawo da aikin.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/100011426.webp
bai wa
Kada ka bai wa wani abin daidai ba!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/124458146.webp
barwa
Ma‘aikata suka bar kyanwarsu da ni don tafiya.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/127620690.webp
hade
Kamfanonin suna hade da hanyoyi dayawa.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/111063120.webp
sanu da
Kwanaki masu yawa suna so su sanu da juna.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/89025699.webp
kai
Giya yana kai nauyi.
dragen
De ezel draagt een zware last.
cms/verbs-webp/125319888.webp
rufe
Ta rufe gashinta.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/122470941.webp
aika
Na aika maka sakonni.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/77572541.webp
cire
Mai sana‘a ya cire tiletilu mai tsakiya.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.