Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/100585293.webp
juya ƙasa
Ka kamata ka juya mota nan.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/81740345.webp
tsara
Kana bukatar tsara muhimman abubuwan daga wannan rubutu.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/86996301.webp
tsaya
Abokai biyu suna son su tsaya tare da juna.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/116519780.webp
gudu
Ta gudu da sabon takalma.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/40094762.webp
maida tashi
Budadden sa‘a ya maida ta tashi a 10 a.m.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/109542274.webp
bari shiga
Lalle aka bar malaman su shiga a hanyoyi?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/71612101.webp
shiga
Jirgin tsaro ya shigo steshon nan yanzu.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/21689310.webp
kira
Malaminmu yana kira ni sosai.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/90309445.webp
faru
Janaza ta faru makon jiya.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/120762638.webp
gaya
Na da abu m muhimmi in gaya maka.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/107996282.webp
nuna
Malamin ya nuna alamar a gabatar da shi a gabansa.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/83636642.webp
buga
Tana buga kwalballen a kan net.
slaan
Ze slaat de bal over het net.