Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/118253410.webp
kashe
Ta kashe duk kuɗinta.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
cms/verbs-webp/35862456.webp
fara
Rayuwa mai sabo ta fara da aure.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/102731114.webp
buga
Mai girki ya buga littattafai da yawa.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/96628863.webp
adana
Yarinyar ta adana kuɗinta.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
cms/verbs-webp/95625133.webp
so
Ta na so macen ta sosai.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/51465029.webp
gudu
Agogo ta gudu dakika dayawa.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/123203853.webp
haifar
Sha‘awa zai haifar da ciwo na kai.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/47225563.webp
tunani tare
Ka kamata ka tunani tare a wasan katin.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/57207671.webp
yarda
Ba zan iya canja ba, na dace in yarda.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/113248427.webp
nasara
Ya koya don ya nasara a dama.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/84476170.webp
buƙata
Ya buƙaci ranar da ya tafi da shi.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/4706191.webp
yi
Mataccen yana yi yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.