Woordenlijst

Leer werkwoorden – Oezbeeks

cms/verbs-webp/93150363.webp
uyg‘onmoq
U xuddi uyg‘ongandi.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/82669892.webp
borishmoq
Sizlar qayerga borasiz?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
cms/verbs-webp/123213401.webp
nafrat qilmoq
U ikki bola bir-biriga nafrat qiladi.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/123203853.webp
sabab bo‘lmoq
Alkogol bosh og‘rig‘iga sabab bo‘lishi mumkin.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/109071401.webp
quchoqlamoq
Ona bola kichkina tiyozlarini quchoqlaydi.
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
cms/verbs-webp/105785525.webp
yaqin bo‘lmoq
Afsona yaqin.
op handen zijn
Een ramp is op handen.
cms/verbs-webp/118026524.webp
qabul qilmoq
Men juda tez internetni qabul qila olishim mumkin.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/88597759.webp
bosmoq
U tugmani bosadi.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/117311654.webp
tashimoq
Ular bolalarini orqalarida tashiydilar.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/106725666.webp
tekshirmoq
U kim yashayotganini tekshiradi.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/102677982.webp
his qilmoq
U o‘zining ichida bolani his qiladi.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
cms/verbs-webp/125385560.webp
yuvmoq
Ona bola yuvadi.
wassen
De moeder wast haar kind.