Kalmomi
Koyi kalmomi – Dutch

achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
manta
Suka manta ‘yaransu a isteishonin.

trekken
Hij trekt de slee.
jefa
Yana jefa sled din.

bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
bada
Mai ɗan iska yana bada mu yau kawai.

spelen
Het kind speelt liever alleen.
wasa
Yaron yana son wasa da kansa.

verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
rabu
Kare madaidaici yana rabuwa da yaki.

terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
dawo
Kare ya dawo da aikin.

de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
samu hanyar
Ban iya samun hanyar na baya ba.

schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
raka
A sana‘a na kunfu-fu, ya kamata a rika raka sosai.

opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
tashi
Ba ta iya tashi a kansa ba.

binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
shiga
Ba za a yiwa wadanda ba a sani ba shiga.

vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.
ƙunci
Na ƙunci kuma ba zan iya samun hanyar fita ba.
