Woordenlijst

Leer werkwoorden – Oezbeeks

cms/verbs-webp/93169145.webp
gapirishmoq
U o‘z auditoriyasiga gapiradi.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/104849232.webp
tug‘ilmoq
U tez orada tug‘iladi.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/91367368.webp
sayr qilmoq
Oila yakshanbalari sayr qiladi.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
cms/verbs-webp/84476170.webp
talab qilmoq
U u bilan halokatga uchragan shaxsdan kafolat talab qildi.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/35862456.webp
boshlanmoq
Yangi hayot nikoh bilan boshlanadi.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/113842119.webp
o‘tmoq
O‘rta asr davri o‘tibdi.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/118064351.webp
oldini olishmoq
U yong‘oqdan oldini olishi kerak.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/110646130.webp
qoplamoq
U nonni pishloq bilan qoplabdi.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/18316732.webp
o‘tmoq
Mashina daraxtdan o‘tadi.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/68761504.webp
tekshirmoq
Tish doktori bemorning tishlarini tekshiradi.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/81986237.webp
aralashtirmoq
U meva sharbatini aralashtiradi.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/59552358.webp
boshqarmoq
Kimingiz oilada pulni boshqaradi?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?