Woordenlijst

بدأ

الجنود يبدأون.

bada

aljunud yabda‘uwna.

beginnen

De soldaten beginnen.

بدأ

المدرسة تبدأ للأطفال الآن.

bada

almadrasat tabda lil‘atfal alan.

beginnen

School begint net voor de kinderen.

تخرج

تخرج بالأحذية الجديدة.

takhruj

takhruj bial‘ahdhiat aljadidati.

naar buiten rennen

Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

دفعت

دفعت بواسطة بطاقة الائتمان.

dafaeat

dufieat biwasitat bitaqat aliaytimani.

betalen

Ze betaalde met een creditcard.

يمكن إنتاج

يمكن إنتاج بشكل أرخص باستخدام الروبوتات.

yumkin ‘iintaj

yumkin ‘iintaj bishakl ‘arkhas biastikhdam alruwbutat.

produceren

Men kan goedkoper produceren met robots.

استيقظ

لقد استيقظ للتو.

astayqaz

laqad astayqiz liltuw.

wakker worden

Hij is net wakker geworden.

فعل

يرغبون في فعل شيء من أجل صحتهم.

fael

yarghabun fi fiel shay‘ min ‘ajl sihatihim.

doen voor

Ze willen iets voor hun gezondheid doen.

يعود

الكلب يعيد اللعبة.

yaeud

alkalb yueid allaebata.

terugbrengen

De hond brengt het speelgoed terug.

يريدون

البشر يريدون استكشاف المريخ.

yuridun

albashar yuridun astikshaf almirikh.

verkennen

Mensen willen Mars verkennen.

يربط

هذه الجسر يربط بين حيين.

yarbit

hadhih aljisr yarbit bayn hayin.

verbinden

Deze brug verbindt twee wijken.

كان له الحق

الأشخاص الكبار في السن لهم الحق في المعاش.

kan lah alhaqu

al‘ashkhas alkibar fi alsini lahum alhaqu fi almaeashi.

recht hebben op

Ouderen hebben recht op een pensioen.

يزيل

الحفار يزيل التربة.

yuzil

alhifaar yuzil alturbata.

verwijderen

De graafmachine verwijdert de grond.