Woordenlijst

Kazachs – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/94909729.webp
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/41918279.webp
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/18316732.webp
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/55119061.webp
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/8482344.webp
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/115291399.webp
willen
Hij wil te veel!
cms/verbs-webp/74036127.webp
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/28581084.webp
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/32685682.webp
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
cms/verbs-webp/11579442.webp
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.