Woordenlijst

Frans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/102823465.webp
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/112286562.webp
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/118008920.webp
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/111615154.webp
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/127720613.webp
missen
Hij mist zijn vriendin erg.