Woordenlijst

Spaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/44127338.webp
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/89084239.webp
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/86583061.webp
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/81740345.webp
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/97119641.webp
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/120200094.webp
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/12991232.webp
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!